Jonge agrariërs, volwassen zorgen
Mest, grondruil, asbest, watervervuiling en lage olieprijzen. Gerald Maters, de nieuwe voorman van de jonge agrariërs in Groningen, krijgt genoeg voor de kiezen.
Tijd voor een interview heeft Gerald Maters (26) uit Niekerk (De Marne), kersverse voorzitter van het Gronings Agrarische Jongeren Kontakt (GrAJK), nog wel. Door het koude, natte voorjaar kunnen de machines het land niet op. Een gevolg van El Niño, de opwarming van het zeewater die Afrika droog maakt en Nederland te nat. ,,Ons is een koud en nat voorjaar voorspeld en die voorspelling is uitgekomen.’’ Het pootgoed blijft langer in de opslagruimte. ,,We moeten dit jaar een maand overbruggen. Door langer te koelen voorkomen we dat het pootgoed begint te ontkiemen.’’
De hond en de baas
Gerald tuurt over de akkers achter huis. De zon schijnt volop. Hij en zijn broer willen allang los. En ook al voeren de akkers door hun bolle structuur het regenwater snel af, ze durven het land nog niet op. Het is vooreerst wachten op een mooie droge periode. Broer Arjan doodt in de schuur de tijd door de apparatuur en het grote materieel pico bello te maken. De hond Zimba vindt alles oké. Of het nu droog is of het regent, hij volgt de baas op de voet. Een boer blijft altijd afhankelijk van het weer, een hond van zijn baas.
Al jaren combineert Gerald Maters het werk op het akkerbouwbedrijf met bestuurlijke activiteiten. Na drie jaar voorzitterschap bij AJK Hogeland neemt hij de voorzittershamer over van de provinciale organisatie. Het is een stap van vooral voorlichting en kennisdeling naar een functie met een meer bestuurlijke en politieke lading, erkent hij. Praten met bestuurders, het beïnvloeden van beslissers in de politiek en andere bestuursorganen zoals waterschappen. Maar ook verbindend aan de slag tussen akkerbouwers en veeboeren, beiden aangesloten bij de provinciale organisatie die circa vierhonderd leden telt.
Concurrentievervalsing
Soms is het effect van overheidsbeleid heel concreet en dichtbij. Maters wijst naar het plafond van een van zijn opslagruimtes. ,,Dat is twee kisten lager dan gemiddeld in Nederland. Tot twee jaar terug weigerde de gemeente De Marne hogere opslagloodsen toe te staan. Ze zijn nu soepeler geworden.’’
Zo niet, dan zou Maters niet alleen als boer maar ook als bestuurder van GrAJK in het geweer komen. Immers: minder kisten betekent hogere huisvestingskosten per vierkante meter dan zijn concurrent elders in het land. Concurrentievervalsing heet het.
Kostenbeheersing is belangrijk in een wereld waarin de wereldmarktprijzen op en neer gaan. ,,Eén cent meer of minder scheelt voor bedrijven als het onze gauw 25.000 euro.’’ Voor de loop van dit jaar kijkt Maters enigszins bezorgd naar de huidige lage olieprijs. ,,Dat is fijn aan de pomp, maar de lagere inkomsten van olie-exporterende landen betekent dat ze mogelijk minder geld hebben om poters te kopen.’’
Onder druk
Als ‘vergaderboer’ zal Maters zich vooral inzetten voor een nauwere samenwerking tussen akkerbouwers en melkboeren. Beiden kampen met landhonger, wat de hectareprijzen al opdrijft tot soms boven de 55.000 euro, signaleert hij. ,,We zitten elkaar in de weg.’’
De akkerbouwer zoekt schaalvergroting om het rendement van zijn apparatuur en andere investeringen te verbeteren. Dat betekent meer grond om de noodzakelijke wisselteelt – elke akker mag maar eens in de drie jaar gebruikt worden voor aardappelteelt – mogelijk te maken. Tegelijkertijd zoeken akkerbouwers naarstig naar een oplossing om de teruggang van de bodemgezondheid tegen te gaan.
Veehouders zoeken vooral land om hun overvloed aan mest kwijt te kunnen. Met het loslaten van het melkquotum hebben veel boeren meer melkvee aangekocht. De mest afzetten in de akkerbouw is een van de mogelijkheden om de voorraden te verkleinen. Grond kopen of mest afvoeren naar mestverwerkers of naar het buitenland is kostbaar. Vooral nu de melkprijs zo enorm onder druk staat.
Tijdelijke grondruil
Er arriveert een vrachtwagen. Komt pootaardappels ophalen. Opslag en aflevering op afroep is een van de nevenverdiensten van de broers. Maters loopt voor naar de gekoelde opslag. ,,Ruik je het?’’, vraagt hij eenmaal binnen. ,,Talent. Is gemaakt van karwijzaadolie.’’ De stof, die in de opslag wordt verneveld, remt de ontkieming en geeft de aardappel uiteindelijk meer uitlopers, wat een teler een hogere opbrengst oplevert. Maters levert het hele jaar door poters. ,,Er zijn warme landen waar ze twee keer per jaar kunnen oogsten.’’ Een derde van de opbrengst gaat naar Afrika, een derde naar Europese afnemers en het restant naar de rest van de wereld. ,,De lading van vandaag gaat vermoedelijk naar een boer die ze meteen kan planten.’’
Maters is stellig: ,,Het mestprobleem hoeft in Groningen niet voor te komen.’’ De oplossing: tijdelijke grondruil. De akkerbouwer stelt de akkers die hij normaal gebruikt voor de teelt van zogeheten rustgewassen beschikbaar aan de boer om er gras in te zaaien. In ruil krijgt de akkerbouwer land van de boer om dat om te ploegen voor een jaar aardappelteelt. De boer kan door de extra grond meer mest kwijt, verbetert zo de bodemgezondheid van de akkers van akkerbouwers en krijgt meer voer voor zijn koeien. De akkerbouwer kan pootaardappelen blijven telen en krijgt op termijn gezondere akkers retour. Maters: ,,Als je dit goed aanpakt, kan alle mest die Groninger veeboeren produceren in de eigen provincie worden verwerkt.’’
Koudwatervrees
De oplossing lijkt eenvoudig en praktisch, maar Maters zal nog veel moeten praten. Want er is in beide sectoren veel koudwatervrees, weet hij. Vrees voor juridische haken en ogen, de vraag of pachters zullen meewerken, maar ook of een akkerbouwer de teelt van mais op zijn land kan keren. ,,De oogst van mais vergt de inzet van zware machines. Akkerbouwers hebben dat liever niet omdat dit de grondstructuur weer aantast.’’
Nee, het camerateam van ‘Boer zoekt vrouw’ hoeft voor Gerald niet af te reizen naar Niekerk. Hij heeft al een vriendin, Vera, afkomstig uit Utrecht. Ze maakt stap voor stap kennis met het voor haar onbekende akkerbouwbedrijf. Meewerken mag wat Gerald betreft, maar het hoeft niet. Hij verwacht dat ze de voorkeur zal geven aan haar eigen werkzaamheden op de polikliniek van het UMCG in Groningen. Een vrouw op het erf verandert het levensritme op het bedrijf, maar samen op zomervakantie is voor de akkerbouwer geen optie.
Oppervlaktewater
De sanering van asbestdaken op boerenerven zal de komende jaren ook de nodige gespreksstof opleveren. Maters vreest dat het beeld van het Groninger platteland zal veranderen als binnen tien jaar alle asbest moet zijn verwijderd. Hij voorziet de afbraak van oude schuren, omdat sanering en herstel van de daken door wegvallende subsidie duur is en geen efficiënt bedrijfsgebouw opleveren. Veel boeren zullen dan liever voor nieuwbouw kiezen, verwacht hij.
Waar Maters zich met de nodige haast voor zal inzetten, is het terugdringen van de vervuiling van het oppervlaktewater door akkerbouwers. Het waterschap Noorderzijlvest heeft de sector nog een jaar de kans gegeven dit probleem op te lossen. De vervuiling ontstaat door het spoelen van de kisten voor aardappelen en groenten en het schoonmaken van het materieel en apparatuur, aldus Maters. Volgens hem is de oplossing vrij simpel. Zoals onder meer onder dak spuiten en het restwater zuiveren via compostfilters. Maters: ,,Laten we de regelgeving voor zijn, voordat de wetgever het moeilijk maakt.”