Raad van State buigt zich over asbestzaak
Raad van State buigt zich over asbestzaak
Het opruimen van het asbest na de verwoestende brand die ruim twee jaar geleden een bedrijfsverzamelgebouw in Wateringen volledig in de as legde, kostte de gemeente Westland 3,3 miljoen euro. De gemeente wil dit geld terug van de eigenaren van het gebouw, maar die zijn het daar niet mee eens. Daarom buigt de Raad van State in Den Haag zich daar vanmorgen over.
De loods brandde in januari 2015 finaal af en er kwam veel asbest vrij, dat zich verspreidde over de naastgelegen woonwijk. Het gemeentebestuur wilde dat het bedrijf van eigenaar Eddie Piket die resten zou verwijderen en legde daarom zogenoemde bestuursdwang op. De gemeente heeft de sanering uiteindelijk zelf laten uitvoeren voor 3,3 miljoen euro. Die kosten wil Westland nu verhalen op de eigenaren, die echter tegen dit besluit in beroep zijn gegaan bij de Raad van State. Want, zo stellen ze, het college had zich beter moeten voorbereiden op dit soort calamiteiten.
Ook vinden de eigenaren het niet terecht dat ze voor alle kosten van de sanering moeten opdraaien. Een deel van de saneringskosten had volgens hen ook voor rekening moeten komen van het gemeentebestuur.
Omdat er ook asbestresten op het grondgebied van Den Haag terechtkwamen, heeft die gemeente dat ook moeten laten opruimen. Dat kostte 220.000 euro en dat bedrag wil Den Haag nu óók terug van Piket, die het bedrijfsverzamelgebouw in Wateringen opnieuw heeft opgebouwd. Bij verlies van deze rechtszaak kan hij alles weer kwijtraken.