Van Veldhoven: asbestfonds voor de zomer beschikbaar
Voor de zomer moet er een asbestsaneringsfonds zijn voor leningen aan particulieren en ondernemers.
Dat zegt staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat tijdens een debat in de Tweede Kamer.
Meerdere partijen zijn bezorgd dat 2019 een verloren jaar wordt, nu de subsidieregeling is stopgezet en er nog geen nieuwe regeling komt. Van Veldhoven wil dit opvangen door het fonds zo snel mogelijk in te voeren.
Private middelen
Het fonds is bestemd voor particulieren en bedrijven die niet via reguliere wegen een lening kunnen krijgen om het asbest te saneren. Van Veldhoven is bezig met een inschatting te maken van hoeveel budget er nodig is in het fonds. Het fonds wordt niet alleen gevuld met overheidsgeld, maar ook met private middelen van bijvoorbeeld banken.
De onderhandelingen over wie hoeveel bijdraagt, lopen op dit moment. Daarbij is ook aandacht voor de spreiding van de middelen, omdat de oppervlakte te saneren daken per provincie verschilt. Van Veldhoven verwacht hier komende maand afspraken over te maken, zodat de regeling voor de zomer in kan gaan.
Subsidieregeling asbestsanering gesloten
Het aantal aanvragen voor de subsidieregeling asbestsanering overschreed in november vorig jaar het budget van € 75 miljoen, waarna de regeling gesloten is. In totaal zijn 25.000 aanvragen voor subsidie toegezegd, waarmee 16 miljoen m2 asbestdak is gesaneerd. In 2019 wordt nog voor € 8,8 miljoen uitbetaald voor aanvragen die vorig jaar werden gedaan. Aanvragen voor ongeveer € 4 miljoen subsidie, goed voor 1 miljoen m2 asbestdak, kwamen te laat, toen het budget al op was.
Van Veldhoven benadrukt dat er echt geen nieuwe subsidie meer komt. Ook de aanvragen die net te laat waren, worden niet meer geholpen. CDA-Kamerlid Maurits von Martels vroeg hierom. Van Veldhoven benadrukt dat de subsidieregeling bestemd was om de sanering aan te jagen en niet om alle daken te saneren. Bovendien zou een verruiming van de subsidieregeling oneerlijk zijn tegenover mensen die geen aanvraag meer hebben ingediend toen duidelijk was dat de pot leeg was, ten opzichte van mensen die desondanks toch een aanvraag indienden.